95. In de poppenwieg
Meestal schrijf ik over planten, maar dit is een uitzondering. Het gaat nu vooral over een insect en een beetje over dode dennen. Dat er insecten leven in en op dood hout is natuurlijk niets nieuws. Normaal zie je ze natuurlijk niet, hoogstens de gaatjes die ze gemaakt hebben. Spechten en boomklevers hebben duidelijk meer belangstelling voor deze insecten dan wij. Maar deze keer werden wij, de plantenwerkgroep in Midden Brabant, toch zeer geboeid door een insect onder de schors.
Poppenwiegen die net onder de boomschors vandaan komen.
Het verhaal
Een paar jaar geleden wandelden we in een gebied met vennen en bos. Het was een gemengd bos met aardig wat loofbomen, maar er stonden ook een flink aantal dennen en sparren. Op de stam van een aantal gekapte dennen ontdekten we ringvormen of lichte ovale vormen die van grassprieten gemaakt leken. Ze waren 2-3 cm in doorsnede en zaten op het kale hout op plekken waar de schors verdwenen was, maar ze waren onder de schors gevormd want daar vonden we ze ook. Naar alle waarschijnlijkheid afkomstig van een insect, maar welk insect. Zoeken op internet leverde aanvankelijk niet veel op. Een boswachter meldde dat hij ook niet precies wist welk insect hier bezig was, maar hij wist wel dat de ringen 'poppenwieg' werden genoemd. Toen hadden we in ieder geval een naam.
Dit jaar zagen we in dat gebied weer dezelfde ringen, maar nu op staande dode dennen. Nu werden we toch echt nieuwsgierig. We vroegen ons eerst af of die ringen alleen daar voorkwamen en het antwoord was al snel ontkennend. In andere bossen in onze omgeving zoals de Kampina werden ze ook gezien, soms op kilometers afstand van de eerste vindplek. Waarschijnlijk is de dader een boktor, de grijze ribbelboktor (Rhagium inquisitor). Volgens Wikipedia is dat een zeldzaam insect in Nederland, maar waarneming.nl meent dat het algemeen is.
Deze grijze ribbelboktor is klaar om uit te vliegen maar hij moet nog op de lente wachten
De grijze ribbelboktor
De grijze ribbelboktor is ca. 20 mm lang en dankt zijn Nederlandse naam aan de lengteribbels op zijn dekschilden. De kleur is een aantal varianten van grijs. In het Nederlands wordt ook de naam 'gewone dennenboktor' gebruikt. Onder de boktorren is het geen erg opvallende verschijning, de kleur is wat saai en ze hebben ook geen hele lange sprieten of zo.
De grijze ribbelboktor is wel verwant aan de 'houtworm' die soms onze dakconstructies probeert te consumeren, maar heeft zelf gelukkig niet die neiging. Het beestje is alleen maar geïnteresseerd is in dode dennen en heel soms in een andere dode conifeer en dus is het ook in de bosbouw geen probleem.
De grijze ribbelboktor begint zijn leven als het vrouwtje een eitje legt onder de schors van een dode den. Daaruit komt een witte larve die onder de schors blijft en leeft van het dode hout dat niet rot moet te zijn. Na twee of drie jaar is de larve een kleine 3 cm lang en volgroeid en dan maakt ze de poppenwieg. Maar niet van grassprieten zoals wij dachten, maar van houtsplinters die het beestje zelf losmaakt. In het najaar verpopt de boktor in de poppenwieg. Het wordt dan een witte pop die met de pootjes op de borst op de rug in de poppenwieg ligt. De verpopping gaat snel, waarschijnlijk een kwestie van dagen. Rond kop en borststuk wordt de pop donkerder en verandert dan in een kever. Die kever draait zich om met de pootjes op het hout, maar blijft verder rustig in de poppenwieg zitten en wacht tot het 'buiten' lente wordt. Dan werkt de kever zich naar buiten en zoekt een mannetje of vrouwtje zodat er nieuwe eieren gelegd kunnen worden. De volwassen insecten leven waarschijnlijk maar een paar maanden want na mei zijn er bijna geen meldingen meer.
Volwassen kever, larve en pop van de grijze ribbelboktor
De herfstwandeling
In oktober dit jaar organiseerden een aantal leden van de plantenwerkgroep weer een schitterende herfstwandeling in de Kampina. Moeder natuur had helaas niet alle bestelde paddenstoelen geleverd, maar verder klopte alles: mooi weer, veel belangstelling en veel informatie. Voor de wandelaars was de grijze ribbelboktor zeker een van de topstukken van de wandeling. De gidsen hadden een in stukken gezaagde dennenboom gevonden en die was een jaar of twee geleden gevonden door een of meer vrouwtjes van de ribbelboktor. En dus waren de nakomelingen nu precies in het stadium om de stap naar volwassenheid te zetten: onder de schors zaten larven, poppen en volwassen kevers door elkaar in en bij de poppenwiegen! De meeste deelnemers hadden nog nooit van deze boktorren gehoord, laat staan er een gezien. En nu zagen ze die in drie varianten plus de poppenwiegen!
Belagers van de boktor
De geleerden zijn het zoals gezegd niet eens of de grijze ribbelboktor in ons land nou zeldzaam is of algemeen. In Midden Brabant lijkt deze in ieder geval niet zeldzaam, mogelijk in andere delen van Nederland wel, want er moeten wel dode dennen zijn. Waarschijnlijk is wel dat de grijze ribbelboktor in Nederland de meest voorkomende soort is van deze tak van de familie boktor. Er zijn er namelijk nog een aantal soorten en sommige maken ook een poppenwieg of iets wat er op lijkt. Ik heb niets gevonden over bedreigingen van voor de mens belangrijke zaken door deze boktorren, behalve dan door de houtworm. Dus ik neem aan dat zo lang er dode dennen zijn, er ook wel ribbelboktorren zullen zijn. Langzamerhand begint men de den wel te zien als een boom die maar beter uitgeroeid kan worden, maar dat uitroeien duurt nog wel even en tegen die tijd slaat de stemming waarschijnlijk wel weer om.
Deze sluipwesp is waarschijnlijk Dolichomitus imperator of een familielid. Een bedreiging voor de insecten onder de boomschors.
Waarschijnlijk heeft de boktor wel last van vogels zoals de spechten en boomklevers die de dode en levende bomen afspeuren naar insecten die op of onder de schors zitten en soms zelfs in het hout. Maar veel spannender is de manier waarop de parasieten de boktorren en vergelijkbare insecten belagen.
De boktor heeft ongetwijfeld last van parasieten, waarschijnlijk net als alle insecten die een larve of pop stadium hebben. Ik heb de indruk dat echt ieder insect in dat stadium last heeft van een parasiet die zijn eitjes in de pop of larve wil leggen. Dit geldt zelfs voor de parasieten zelf, die door weer andere parasieten worden belaagd, enzovoort. Sluipwespen zijn de meest bekende belagers van andere insecten. Daar zit een groep bij die met een centimeters lange boor in de aanslag een boomstam afspeurt naar insecten onder de bast of zelfs in hout. Ze kunnen die onzichtbare insecten niet alleen precies lokaliseren, maar er ook een boor heen sturen door centimeters hout, er een ei in leggen en de boor onbeschadigd terug trekken! Deze perfecte machine weegt een paar gram en kan ook nog vliegen etc. Onvoorstelbaar. De sluipwesp die o.a. op de ribbelboktor jaagt heet Dolichomitus imperator (geen Nederlandse naam gevonden) en is ca 30 mm lang, maar heeft een nóg langere legboor.
Jan van Dingenen - 2016